Hoeveel energie kost 'de groei' tijdens de zwangerschap?

Vanaf het moment dat je zwanger bent groeit er een kleine mensje in de baarmoeder en dat gaat gepaard met een verhoogde energiebehoefte. Wist je dat je kind percentueel gezien het allermeeste groeit vanaf de conceptie tot aan het eerste levensjaar? Maar hoe zit dat precies? En hoe worden de energiebehoeften van je kind in elke levensfase eigenlijk  bepaald? Hoe verschilt dat van periode tot periode? In een reeks artikelen leggen we jou alles uit over groei en energiebehoeften van baby tot volwassen leeftijd en natuurlijk ook tijdens de zwangerschap. 

In dit artikel lees je alles over de invloed van de groei van een baby in de baarmoeder op de toename van de energiebehoefte van de zwangere vrouw. 

Hoe bepaal je hoeveel energie groeien kost?
Onze energiebehoefte wordt bepaald door het energieverbruik van ons lichaam in 24 uur. Dit bestaat uit het energieverbuik in rust, de basaalstofwisseling, plus de energieverbruik voor voedselvertering als er gegeten wordt en de energieverbruik bij bewegingen.

Wanneer je in de groei zit, komen daar extra vormen van energieverbruik bij, namelijk verbruik voor accretie en synthese. Dit zijn biologische termen voor energievastlegging in weefsels en de energieverbuik van dit proces.De optelsom van de berekeningen van elk van deze processen bepaalt je energiebehoefte (tijdens de groei). Hoe je elke factor uitrekent leggen we je kort uit om je een beeld te geven:

Basaalstofwisseling: energieverbruik in rust
De basaalstofwisseling is het energieverbruik in rust. Deze stofwisseling is nodig om het lichaam op temperatuur te houden en feitelijk vooral om in leven te blijven. Het gaat om de energieverbruik  van het lichaam op lege maag en waarbij je op bed ligt. De basaalstofwisseling zorgt voor tweederde van het dagelijkse energieverbruik en is het uitgangspunt bij berekeningen van iemands energiebehoefte. Het berekenen van de basaalstofwisseling gaat doorgaans in de diëtetiek aan de hand van de Harris en Bennedict-formule (herziene versie 1984). De uitkomst van deze formule geeft doorgaans een lichte overschatting van 10% van de energiebehoefte. Daarom wordt bij het gebruik van deze formule uitgegaan van de energiestofwisseling inclusief een actief metabolisme als gevolg van voedselinname (lees meer hierover in het volgende punt: thermogenese)

Voor mannen: 88,362 + (13,397 X gewicht in kilogram) + (4,799 X lengte in meter) - (5,677 X leeftijd in jaren) 
Voor vrouwen: 447,593 + (9,247 X gewicht in kilogram) + (3,098 X lengte in meter) - (4,33 X leeftijd in jaren) 

Thermogenese: voedselverteringsproces
De basaalstofwisseling gaat over het energieverbruik in rust en op lege maag. Dat laatste betekent dus dat wanneer je eet je een hoger energieverbruik hebt. Dit gaat om energie dat je verliest bij de warmteproductie van de voedselvertering, ookwel door voeding geïnduceerde thermogenese genoemd. Dit bedraagt ongeveer 10-15% van de totale energie-inneming.Zoals in het vorige kopje is benoemd, wordt er in de praktijk ervan uitgegaan dat de Harris- en benedictformule (HB) de energiebehoefte inclusief thermogenese weergeeft. We spreken dan over het rustmetabolisme.

Activiteit: energieverbruik door activiteiten
Om je totale energiebehoefte te bepalen wanneer je uitgegroeid en niet ziek bent, moet je de rustmetabolisme vermenigvuldigen met hoe actief je dagelijks bent. De activiteiten toeslag (PAL-waarde) ligt gemiddeld tussen de 40 (bij vrouwen) en 50 procent (bij mannen). Deze activiteitentoeslag komt overeen met de gemiddelde inactieve leefstijl van Nederlanders. Hierbij heb je een fulltime kantoorbaan en ga je dagelijks met de auto naar je werk. Je vermenigvuldigt de uitkomst van de HB-formule dus met 1,4 of 1,5. Wanneer je dagelijks heel actief bent kan deze factor oplopen tot 1,8 (80%). Voor het (extra) energieverbruik tijdens sportactiviteiten wordt een aparte energieberekening gemaakt aan de hand van de MET-waarde van de sportactiviteit (aan MET-waarden zullen we later nog eens een artikel wijden; meer over voedingsbehoeften van sporters lees je in dit artikel).

Accretie: groei vastleggen
Accretie gaat over de hoeveelheid energie dat wordt vastgelegd (accretiekosten) in nieuwgevormde weefsels (in spieren, organen, huid etc.). Van deze toeslag op de totale energiebehoefte is alleen sprake tijdens perioden van groei (zwangerschap, kinderen en pubers). Vetten en eiwitten zijn de bouwstoffen (en dus vastgelegde energie) van de groeiende weefsels. Weefseleiwit bevat 5,73 kcal per gram en weefselvet 9,31 kcal per gram

Synthese: groeiproces
Synthese gaat over het proces van iets nieuws maken, dus bijvoorbeeld nieuwe cellen en weefsels maken. Synthese gaat dus niet over de vastgelegde energie, maar de energie die het kost om bouwstenen vast te leggen (synthesekosten). Dit proces van nieuwe cellen maken, groeien, kost ook energie. Het gaat om zo’n 10 procent extra op je totale energiebehoefte. Ook deze energietoeslag speelt, net als bij accretiekosten, alleen een rol in perioden van groei.

Nu je weet welke factoren de totale energiebehoefte bepalen, kunnen we kijken wat de energiebehoefte is tijdens elke fase van de zwangerschap.

Energiebehoefte tijdens de zwangerschap
Tijdens de zwangerschap heb je meer energie uit voeding nodig. De hoeveelheden verschillen erg per zwangere vrouw, omdat de toename van de energiebehoefte afhankelijk is van een combinatie van de toegenomen energieverbruik in rust waarbij de foetus groeit en het toegenomen energieverbruik tijdens lichamelijke activiteit. Met name dit laatste wisselt sterk per zwangere vrouw. 

Berekenen van de extra energiebehoefte van zwangere vrouwen
In het eerste trimester heeft een zwangere vrouw niet zo’n sterk toegenomen energiebehoefte. In het tweede trimester neemt de energiebehoefte sterk toe door de groei van de baby en in het derde trimester neemt de energiebehoefte verder toe door het verhoogde energieverbruik van de basaalstofwisseling. Dit kun je zien als je alle energiefactoren tijdens de zwangerschap berekent. We nemen je hierin mee:

Accretie- en synthese
Tijdens de zwangerschap wordt energie (in de vorm van vetten en eiwitten) vastgelegd in nieuwgevormd weefsel (accretie). De energie die wordt vastgelegd in (nieuw) weefsel zoals de placenta, de baarmoeder en natuurlijk de baby kost in het eerste trimester zo’n 120 kcal per dag, in het tweede trimester is dat 191 kcal per dag en in het derde trimester 143 kcal per dag. Een behoorlijke hoeveelheid energie gaat dus dagelijks naar de groeiende baby. 

Basaalstofwisseling
Het energieverbruik in rust (de basaalstofwisseling) neemt tijdens de zwangerschap geleidelijk toe. Aan het einde van de zwangerschap ligt de basaalstofwisseling ongeveer 20% hoger dan voor de zwangerschap. In het eerste trimester kost dit 48 kcal per dag, in het tweede trimester 96 kcal per dag en in het derde trimester 263 kcal per dag. Over de gehele zwangerschap bedraagt de gemiddelde toename 135 kcal per dag. Het gaat hierbij enkel om de extra caloriebehoefte als je niks aan het doen bent.

Activiteit
Je verbruikt naarmate de zwangerschap vordert ook meer energie bij dagelijkse- en sportactiviteiten dankzij het hogere lichaamsgewicht. Dit energieverbruik komt dus bovenop het toegenomen energieverbruik van de basaalstofwisseling. Het energieverbruik bij lichte activiteiten blijft in de eerste helft van de zwangerschap vrijwel gelijk. Wanneer je nog net zoveel beweegt als voor de zwangerschap dan blijk je voor dagelijkse activiteiten in het tweede trimester ongeveer 80 kcal (4%) meer energie te verbruiken en in het derde trimester is dat 160 kcal (8%) meer. Activiteiten waarbij het hele lichaam wordt belast, zoals wandelen, kosten meer energie dan fietsen of zwemmen, waarbij het lichaamsgewicht een minder grote rol speelt bij de energieverbruik. Echter, Nederlandse vrouwen blijken tijdens de zwangerschap geleidelijk minder actief te worden. Het is dus maar de vraag of je deze calorieën extra erbij moet eten tijdens de zwangerschap. 

Thermogenese
Als je meer eet tijdens de zwangerschap dan zal je ook een iets verhoogde energieverbruik hebben als gevolg van de extra energie dat het kost om de extra voeding te verteren. Deze toename in energiebehoefte ligt in theorie tussen de 20 en 70 kcal, maar is de praktijk minimaal en mede afhankelijk van je voedingskeuzes. 

De optelsom: Hoeveel extra calorieën heb je nodig tijdens de zwangerschap?
Als je de calorieën van elke meetellende factor per trimester bij elkaar optelt, is te bepalen hoeveel energie je gemiddeld in elk trimester nodig hebt. Hierbij wordt uitgegaan van een activiteitenpatroon dat gelijk is aan de activiteitenpatroon voor de zwangerschap. Uit 24-uurs metingen van het energieverbruik bij zwangere vrouwen blijkt echter dat deze optelsom met name in de eerste twee trimesters een overschatting geven van het energieverbruik. Dit komt waarschijnlijk omdat Nederlandse vrouwen tijdens de zwangerschap geleidelijk minder actief worden, je zult daarom ongeveer 140 kcal van de berekening moeten aftrekken van de optelsom in het eerste en tweede trimester.

Over de hele zwangerschap genomen heb je 359 kcal per dag meer nodig. Wanneer je dit corrigeert voor de afname van lichamelijk activiteit komt de extra energiebehoefte uit op 295 kcal per dag. In de tabel hieronder zie je de energiebehoefte voor elke trimester gespecificeerd staan. 

Optelsom factoren Gecorrigeerde behoefte (bij 24-uur meting)

1e trimester 191 kcal 48 kcal

2e trimester 359 kcal 215 kcal

3e trimester 529 kcal 621 kcal

Aan de hand van bovenstaande tabel kun je inschatten wat jouw energiebehoefte is als zwangere vrouw, want misschien ben jij niet minder gaan bewegen en kun je uitgaan van de niet-gecorrigeerde energiebehoeften. Bedenk je dat de energiebehoeften van zwangere vrouwen individueel sterk kunnen verschillen afhankelijk van hun lichaamsbouw en hoe actief zij zijn tijdens de zwangerschap.

Vond je dit een leuk artikel? Deel hem dan met je zwangere vriendin! Heb je een baby en geef je borstvoeding, houd dan deze website in de gaten, want binnenkort verschijnen er meer artikelen die gaan over de energiebehoefte van jou en jouw baby na de geboorte. Wil je niks missen? Volg ons dan op Instagram; we houden je hier op de hoogte van nieuwe artikelen en weetjes over voeding.


Eline Blom | Plantaardige diëtist & kinderdiëtist

Eline (32) studeerde in 2014 af als klinisch diëtist en is sinds 2020 ook kinderdiëtist. Na enige tijd als diëtist in het ziekenhuis te hebben gewerkt, startte zij haar eigen diëtetiekpraktijk met een focus op preventieve gezondheid. Naast dieetconsulten organiseerde zij vitaliteitsweken voor het bedrijsleven en hielp zij horecazaken bij het verduurzamen van hun voedselaanbod, waaronder in haar eigen lunchroom Quinta Verde. Sinds 2020 werkt zij fulltime als eigenaar bij Sisters about Food

Vorige
Vorige

Intermittent fasting en time-window eten

Volgende
Volgende

Is koffie zwart gif of een cafeïnewonder?